Wedstrijdklassen

De debutanten, GP I en GP II zijn ook wel bekend als de wedstrijdklassen. Alle voorgaande oefeningen worden onderhouden en verfijnd, maar ook hier worden enkele andere oefeningen aangeleerd verspreid over de drie klassen.

We houden ons onder andere bezig met :

  • Leren werken:
  • In de Debutanten ligt de focus voornamelijk op het leren werken met de hond en het leren om een wedstrijd te spelen. De basis van de oefeningen heeft de geleider reeds meegekregen vanuit de C-klas; in de Debutanten wordt variatie in de oefeningen een belangrijke factor! De hond leert volledig onaangelijnd te werken. Een nieuwe oefening hier is de onderbreking.

  • Hindernissen:
  • In GPI spelen de toestellen en hindernissen een prominente rol. De oefeningen zijn dezelfde als in de Debutanten, enkel wordt de moeilijkheidsgraad verhoogt door de toestellen. Een nieuwe oefening hier is het 'zoeken' naar de apport.

  • Zelfstandig werken:
  • In GP II leert de hond volledig zelfstandig te werken. De moeilijkheidsgraad van de oefeningen is hier op zijn hoogst. In deze categorie wordt het oproepen gemengd met het onaangelijnd volgen; tijdens de volgoefening wordt de hond door de geleider achtergelaten en vervolgens opgeroepen in zit voor, in voet, of direct in volg. De nieuwe oefening in deze categorie is het verloren voorwerp.

  • Apport (deb,GP I en GP II):
  • De apportoefening wordt doorheen alle wedstrijdklassen getraind maar wanneer men naar een hogere groep schuift, wordt ook de moeilijkheidsgraad van de apportoefening verhoogd. In de debutanten moet de hond het voorwerp gaan halen achter een stukje omheining (gewoonlijk in de U-vorm). In GP I en GP II wordt er een doolhof gemaakt, eventueel met toestellen en de hond moet zelf zijn weg leren zoeken.

  • Verloren voorwerp (GP II):
  • De geleider laat, tijdens de wandeling, een voorwerp (stokje) vallen. De hond wordt opgestuurd om het voorwerp te zoeken en terug te brengen bij de baas.